In memoriam dr. K-H Brandt
Vrij onverwacht overleed op 95 jarige leeftijd de bekende Nederlandse internist dr. K-H Brandt (Karl).
Karl werd geboren in 1923 in Rotterdam als eerste kind van een katholieke Duitse tabakshandelaar en een Nederlandse moeder van joodse afkomst. Na zijn geboorte zouden nog twee meisjes geboren worden. In Rotterdam volgde hij het lager onderwijs aan de Deutsche Schule en later aan de openbare school. Daarna bezocht hij het Erasmiaans gymnasium in Rotterdam en het gemeentelijk gymnasium te Hilversum, waar hij in 1942 het eindexamen-α behaalde; tegelijkertijd met zijn propedeuse geneeskunde haalde hij later alsnog het staatseindexamen gymnasium-β .
Omdat WO II was uitgebroken werkte hij in onderduikadressen, eerst als boerenknecht en later als keukenknecht in het sanatorium Zonnestraal te Hilversum. In 1944 begon hij illegaal aan de studie geneeskunde in Utrecht. In 1945 legde hij het propedeuse examen succesvol af. Daarna vervolgde hij de studie geneeskunde aan de universiteit van Utrecht en haalde zijn artsexamen in 1951.
Na zijn artsexamen werkte hij eerst negen maanden als waarnemend huisarts in Lunteren. Vervolgens werd hij aangenomen voor de opleiding interne geneeskunde door dr. L. Schalm in het Gemeente Ziekenhuis te Arnhem (GZA). Deze kliniek had in die tijd al naam gemaakt op het gebied van leverziekten. Naast het patiëntgebonden onderzoek werd in het GZA ook wetenschappelijk werk uitgevoerd in een speciaal daarvoor ingesteld laboratorium. Tijdens zijn opleiding tot internist werkte Karl ook in dit laboratorium. Hij onderzocht met name het bilirubine metabolisme. En in hetzelfde jaar 1957 waarin hij geregistreerd werd als internist, promoveerde hij aan de universiteit van Utrecht op het proefschrift getiteld: ‘Plaats van vorming van urobilinogenen in het menselijk organisme’. Vervolgens zette hij de internistenpraktijk in het GZA samen met zijn opleider Schalm voort.
Na het pensioen van Schalm in 1973 nam Karl het opleiderschap interne geneeskunde op zich en breidde de maatschap interne geneeskunde zich in enkele jaren uit tot vijf internisten met ieder een eigen expertisegebied naast de algemene interne geneeskunde.
Het geven van onderwijs, zowel theoretisch als in de praktijk, was één van de grootste genoegens van Karl. Het ging hem ook bijzonder goed af. Zowel co-assistenten, assistenten, verpleegkundigen als zijn mede-internisten hebben daarvan genoten. ‘Grote visite’ en ‘bedside teaching’ waren voor hem de hoogtepunten van de week. In geval van klinische problemen ging iedereen bij hem te rade vanwege zijn goed opgeslagen ervaring aangevuld met een fenomenale kennis van de vakliteratuur.
Karl stimuleerde op zijn beurt ook het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Na zijn eigen promotie is een aanzienlijke hoeveelheid onderzoeken uitgevoerd in het GZA die tot een promotie hebben geleid. Het betrof natuurlijk vaak onderzoek op het gebied van de leverziekten. Als resultaat hiervan is een groot aantal publicaties en hoofdstukken in boeken van de hand van Karl verschenen.
Niet alleen zijn leerlingen en medewerkers droegen hem op handen, maar ook velen van zijn patiënten, die vaak van heinde en verre kwamen om hem te raadplegen over hun leverziekte. De deskundigheid straalde van hem af en bovendien waardeerden de patiënten zijn empathie. Karl bleef door de jaren heen een internist die de nadruk legde op gezond verstand en zich niet te buiten ging aan dikdoenerij. Hij was altijd geïnteresseerd in de persoonlijke omstandigheden van medewerkers en patiënten. In 1988 beëindigde hij officieel zijn medische loopbaan en werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Dat betekende echter niet dat hij ophield met werken. Hij bleef co-assistenten les geven, bezocht wetenschappelijke vergaderingen, beoordeelde scripties van studenten, las proefschriften en bezocht zelfs in sommige gevallen de promoties.
Zijn hele werkende leven en ook de jaren daarna nog heeft hij vele bestuurlijke functies op zich genomen, zowel binnen als buiten de (interne) geneeskunde. Zo was hij voorzitter van de NIV (Nederlandse Internisten Vereniging) en bestuurder van een aantal commissies van deze vereniging. De waardering voor het vele werk dat hij in deze functies verzette moge blijken uit de benoeming tot erelid van de NIV. Hij richtte mede de Nederlandse Vereniging voor Hepatologie op, waar hij ook voorzitter van werd en later de versierselen van erelid kreeg uitgereikt. Op het gebied van leverziekten werd hij herhaaldelijk uitgenodigd als deskundige en als lid van de Gezondheidsraad participeerde hij in het tot stand komen van een aantal rapporten. Hij stond aan de wieg van de bloedtransfusiedienst in Arnhem en omstreken. Voor de vele inspanningen die hij hiervoor verrichtte, ontving hij de zilveren stadspenning van de gemeente Arnhem.
Naast deze, onvolledige, opsomming van beroep gerelateerde activiteiten was Karl een man met veel belangstelling en kennis op geheel andere terreinen. Twee moeten genoemd worden. Hij speelde zelf uitstekend piano en had een voorliefde voor Bach, Mozart en Debussy. Ooit was er sprake van dat hij naar het conservatorium zou gaan. Tot enkele weken voor zijn overlijden had hij nog pianoles! Daarnaast moet zijn belangstelling genoemd worden voor geschiedenis, in het bijzonder de geschiedenis van WO II en de Jodenvervolging. Thuis had hij over die onderwerpen een ware bibliotheek aangelegd.
Karl Brandt heeft lang, en tot vlak voor zijn overlijden in goede conditie, een productief leven gehad. Voor veel mensen was hij een voorbeeld en een vriend. Hij genoot van zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen, en de omgeving waarin hij woonde met de vele huis- en wilde dieren.
Prof.dr. A.E. (Edo) Meinders